Op zoek naar informatie over een psychische klacht of aandoening?
Klik hier voor een A-Z overzicht van enkele belangrijke psychische klachten »
Autisme is een aangeboren afwijking. Ze is voor 90 procent erfelijk bepaald.
Vroeger werd gedacht dat autisme zou ontstaan bij kinderen die opgroeien bij een kille, afstandelijke moeder. Vandaag beseft men dat het omgekeerd is: moeders van kinderen met autisme leren zich op een bepaalde manier gedragen tegenover hun kind zodat dit kind hen beter verstaat. Kinderen met autisme worden bijvoorbeeld niet graag geknuffeld. Een moeder die zich goed aan haar autistisch kind heeft aangepast, kan daardoor voor de buitenwereld overkomen als ‘kil’.
Heeft iemand uit je omgeving autisme? Deze tien tips kunnen helpen om beter met hem/haar om te gaan:
Of wat denk je van deze tips? (klik om te vergroten)
Er bestaat geen behandeling die het autisme zelf kan genezen. Behandelingen zijn er daarom vooral op gericht om zo goed mogelijk te leren leven met autisme en om, indien nodig, de taalontwikkeling te bevorderen.
Medicatie kan helpen om een aantal extra psychische problemen zoals driftbuien of agressiviteit, angst of depressie te verminderen.
Er bestaan een aantal goede tips om beter te leren omgaan met mensen met autisme. Deze lees je onder de navigatieknop ‘Kun je zelf iets doen?’.
In elke provincie zijn er thuisbegeleidingsdiensten die mobiele en ambulante begeleiding (opvoedingsondersteuning en psycho-sociale begeleiding) aanbieden voor gezinnen met een persoon met autisme. Thuisbegeleiding is er zowel voor kinderen, jongeren als volwassenen met een autisme spectrum stoornis. Thuisbegeleiding bij kinderen wil in de eerste plaats opvoedingsbijstand aan de ouders verlenen. Dit wil zeggen dat de hulpverlening primair gericht is op de ouders en samen met de ouders wil helpen zoeken naar oplossingen om concrete vragen aan te pakken.
Autisme is een ontwikkelingsstoornis. De hersenen van kinderen met autisme ontwikkelen zich anders dan bij de meeste mensen. Daardoor verwerken mensen met autisme de prikkels uit hun omgeving (alles wat ze horen, zien, ruiken, voelen…) anders. Ze ervaren deze prikkels als losse informatie, waardoor het moeilijk is er een logisch geheel van te maken. Dat maakt het lastiger om de wereld rondom zich te begrijpen.
Bij autisme kunnen er extra psychische problemen ontstaan zoals dwangmatig gedrag of depressie. Mensen met autisme hebben ook vaker last van angsten en woedeaanvallen.
In contact komen met anderen is moeilijker, omdat mensen met autisme zich moeilijker kunnen inleven in anderen.
Hun manier van communiceren is verschillend: ze nemen woorden vaak letterlijk en hebben moeite om non-verbale taal zoals gebaren, gelaatsuitdrukkingen, intonatie te begrijpen. Bij kinderen met autisme komt de taal vaak pas laat tot ontwikkeling en soms zelfs helemaal niet.
Mensen met autisme kunnen zich moeilijk een voorstelling maken van iets dat niet aanwezig is. Daardoor kunnen ze zich vaak moeilijk voorbereiden op zaken. Ze hebben ofwel weinig fantasie ofwel net heel veel fantasie, en dat kan angstige gedachten opleveren.
Mensen met autisme hebben vaak interesse voor maar een of twee voorwerpen. Ze kunnen eindeloos hetzelfde doen. Die sterke gerichtheid, vaak op details, kan handig van pas komen in bepaalde jobs. Ze houden er ook van dat alles zoveel mogelijk hetzelfde blijft en dat iedereen in hun omgeving zich aan vaste routines houdt. Dat maakt de wereld begrijpelijker.
Er bestaan verschillende vormen van autisme. Daarom spreken we doorgaans van autismespectrumstoornis. Mensen met het syndroom van asperger bijvoorbeeld hebben doorgaans dezelfde klachten als bij het klassieke autisme, maar hebben wel een goed ontwikkelde taal.
Ongeveer 1 procent van de bevolking heeft autisme. In Vlaanderen komt dat neer op 40.000 tot 60.000 mensen. Autisme komt vijf keer meer voor bij mannen dan bij vrouwen.
Deze boeken zijn hier te ontlenen.