Depressie bij kinderen en jongeren

De invloed van de pandemie

De coronacrisis laat zich voelen, ook in de cijfers over geestelijke gezondheid. Volgens de gezondheidsenquête van het Belgisch Instituut voor Gezondheid Sciensano van eind 2020 heeft 16 procent van de Belgen momenteel een depressie, een pak meer dan in 2018 (10%). Vooral jongeren (16-24) worden getroffen: de prevalentie van depressie is verdrievoudigd bij meisjes, tot bijna 30 procent, en verviervoudigd bij jongens (29 procent). Bij de oudere leeftijdsgroepen heeft de crisis een minder grote impact.   


Ontwikkelingspsycholoog Caroline Baert (UGent):
“Tijdens de coronacrisis vertoont een op de drie jongeren symptomen van een depressie.” *

Het hoort erbij... Of toch niet? Geen zin hebben in contact met vrienden of om uit te gaan, spijbelen, met slaande deuren weglopen en experimenteren met drank en drugs: bij jongeren in de puberteit komt het allemaal voor. Net als zwaarmoedigheid en pessimisme. Een jongere die echter langere tijd somber is of zich blijft afzetten tegen de wereld, heeft mogelijk een depressie.

Een periode van grote veranderingen

Tussen hun twaalf en achttien jaar - in de puberteit - ontdekken jongeren hun identiteit en verkennen ze hun persoonlijke mogelijkheden, wensen en grenzen. Tegelijk maken ze lichamelijke en hormonale veranderingen door. Soms komen ze hierdoor in een identiteitscrisis. Pubers weten niet goed raad met hun lichaam en schamen zich vaak voor hun uiterlijk. Jongeren trekken het liefst met leeftijdsgenoten op, maken zich steeds meer los van thuis en zoeken hun eigen weg. Waarden en normen die thuis gelden, trekken ze in twijfel. Bijgevolg kenmerkt de puberteit zich vaak door heftige emoties en conflicten. Ook onzekerheid, eenzaamheid en angst kunnen de kop opsteken. Het ene moment is de jongere vrolijk en enthousiast, het volgende chagrijnig en down. Die negatieve en sombere gevoelens gaan voorbij: de dip is tijdelijk. Bij een depressie blijven de klachten aanhouden of zijn ze opmerkelijk hevig. Ook bestaan er vaak meerdere klachten tegelijkertijd.

Verschijnselen van depressie

Een jongere met een depressie voelt zich langere tijd neerslachtig, rot, en lusteloos. Ook is hij of zij vaak verdrietig, heeft hij of zij huilbuien of het gevoel te willen huilen. Op school, thuis, met vrienden en met zichzelf loopt het niet lekker. De toekomst ziet er somber uit. Een jongere met een depressie heeft de neiging zich te isoleren. Sommigen gaan blowen of drinken. Ook piekeren, faalangst, besluiteloosheid en gevoelens van wanhoop komen veel voor.

Een depressie gaat ook samen met lichamelijke klachten, zoals vermoeidheid, gebrek aan energie, hoofdpijn en vage buikklachten. De ene jongere heeft geen zin om te eten, de andere eet dan weer extreem veel. Dat kan samengaan met enorm afvallen of aankomen. Ook veel meer slapen dan normaal en toch de hele dag moe zijn of net heel weinig slapen horen erbij. Deze lichamelijke klachten komen bij gewoon ‘puberen’ minder vaak voor. De depressie uit zich dikwijls ook door het gevoel tekort te schieten en het hebben van schuldgevoelens. Depressieve jongeren hebben meestal een negatief zelfbeeld. Ze voelen zich mislukt, minderwaardig aan hun leeftijdsgenoten en buitengesloten. Ook met hun uiterlijk zijn ze ongelukkig. Jongeren met een depressie kunnen zo down worden dat ze niet langer willen leven. Soms resulteert dat in een poging tot zelfdoding.

De verborgen depressie

Jongeren met een depressie verbergen en ontkennen vaak hun depressieve gevoelens. Dat maakt de depressie moeilijk te herkennen. Zo kan de puber zijn of haar depressieve gevoelens met negatief gedrag overschreeuwen, overigens zonder dat bewust te doen. De jongere is dan prikkelbaar, agressief, vijandig, voortdurend onrustig en maakt veel ruzie. Ook zoekt hij of zij voortdurend naar afleiding, bijvoorbeeld in de vorm van feesten, drank en drugs, gevaarlijk (seksueel) gedrag en in het uiterste geval criminaliteit. De jongere zet zich af tegen de omgeving en lijkt niets of niemand nodig te hebben. Dit ‘afzetten tegen’ komt vaker voor bij jongens. Meisjes hebben eerder de neiging zich terug te trekken, en worden somber, stil of angstig. Jongeren met een depressie zijn vaak ook lamlendig en lusteloos. Ze nemen een houding aan van grenzeloze verveeldheid en wijzen de buitenwereld af. Ook op die manier verbergen ze hun sombere stemming. Deze houding gaat meestal samen met een groot gebrek aan inzet voor werk of school, slecht voor zichzelf zorgen en asociaal gedrag. Bijna alle jongeren met een depressie hebben leerproblemen en – daardoor – slechte schoolresultaten. Ze kunnen zich slecht concentreren en hebben weinig energie, waardoor ze hun huiswerk niet af krijgen of er niet voldoende aandacht aan besteden. Ook spijbelen ze vaak. In de klas of op hun werk gedragen ze zich afwezig, ongeïnteresseerd of onbeschoft.

Achtergronden van depressie

Ingrijpende veranderingen in de puberteit hangen samen met depressies bij jongeren, maar zijn nooit de enige oorzaak. Een combinatie van sociale, psychische en biologische factoren veroorzaakt de depressie. De belangrijkste sociale factoren zijn traumatische of schokkende ervaringen. Echtscheiding van de ouders, seksueel of lichamelijk geweld, het verlies van een ouder, broer of zus, langdurige pesterijen op school of een ernstige ziekte op jonge leeftijd, het kan allemaal leiden tot een depressie. Dit geldt ook voor slechte schoolresultaten, verandering van school, leven in twee culturen of discriminatie. Een gezinssituatie waarin de jongere geen steun of waardering krijgt, kan een rol spelen. Andersom kan voldoende steun uit de omgeving helpen psychosociale problemen op te vangen, en een buffer vormen tegen depressie.

Persoonlijke eigenschappen van de jongere zijn ook van invloed op het ontstaan van een depressie (de psychische factor). Depressieve jongeren besteden meer aandacht aan negatieve informatie. Ze leggen de schuld voor mislukkingen en  teleurstellingen vaak bij zichzelf. Meestal hebben ze een negatief zelfbeeld, maken ze niet gemakkelijk contact en weten ze niet goed hoe ze problemen kunnen oplossen.

Als laatste zijn biologische factoren van invloed. Erfelijke aanleg speelt ook een belangrijke rol in de ontwikkeling van depressie.

Zoals hierboven gezegd is het de combinatie van sociale, psychische en biologische factoren die ertoe zal leiden of een depressie zich al dan niet ontwikkelt. Zo kan een jongere een erfelijke aanleg hebben om een psychische problematiek te ontwikkelen, omdat depressie in de familie zit of omdat een van de ouders met een depressie kampt, maar komt dit niet tot uiting omdat hij of zij beschikt over beschermende persoonlijke en/of sociale factoren (bv. positief zelfbeeld, een sterk netwerk …). Preventief inzetten op het versterken van de veerkracht van kinderen en jongeren wanneer een van de ouders kampt met een depressie is dan ook van groot belang. 

Depressie bij kinderen

Kinderen met depressie zeggen zich rot of leeg te voelen en zijn moeilijk op te vrolijken. Ze willen geen leuke dingen doen en hebben geen plezier in zaken die ze normaal wel leuk vinden. Ze barsten soms zomaar in huilen uit, zijn afwezig en trekken zich terug. Ze denken negatief, ook over zichzelf ('dat zal me niet lukken') en voelen zich snel schuldig en onbemind ('niemand houdt van me'). Kinderen met een depressie zijn vooral onrustig en prikkelbaar in plaats van futloos en somber. Ze zijn opvliegend, opstandig, driftig of boos zonder dat ze zelf weten waarom. Bij kinderen kan de depressie verborgen blijven achter verschijnselen zoals angsten, afhankelijk gedrag, hangerigheid, slechte schoolprestaties en bedplassen. Kinderen met een depressie worden regelmatig gepest en hebben weinig vrienden. Ze hebben vaker last van verminderde eetlust, slaapproblemen, nachtmerries, en klagen over onverklaarbare lichamelijke pijn doordat ze zich zo rot voelen (hoofdpijn, buikpijn, rugpijn).

Vicieuze cirkel

Een jongere met een depressie voelt zich waardeloos. Zijn of haar gedrag roept meestal reacties op die dit gevoel nog versterken. Onverschilligheid en slechte schoolprestaties leiden tot ruzie en conflict met de ouders. Een vriend(in) die agressief is en altijd moeilijkheden maakt, laten jongeren al snel links liggen. Hetzelfde gebeurt met iemand die net heel stil en teruggetrokken is. Het gevoel nergens bij te horen en nergens voor te deugen neemt hierdoor toe. Zo ontstaat een vicieuze cirkel.

Niet afwachten

Eenzaamheid en verbroken vriendschappen ondergraven het zelfbeeld en het zelfvertrouwen, soms nog jarenlang. Door slechte schoolprestaties en vroegtijdige schoolverlating verslechteren de toekomstperspectieven. Een depressie zorgt ook voor flinke risico’s. Door gedragsproblemen, criminaliteit, drug- of alcoholgebruik kan de jongere verslaafd raken of in aanraking komen met de politie. In het uiterste geval kan hij of zij tot een poging tot zelfdoding overgaan. Bovendien neemt door een depressie op jonge leeftijd de kans op een nieuwe depressie op latere leeftijd toe. Onderzoek altijd of er bij de jongere sprake is van een dip of van een depressie. Zo kunnen de klachten zo vroeg mogelijk worden aangepakt.

Ruimte bieden om te praten

Jongeren zijn bezig zich los te maken van thuis en hun eigen weg te zoeken. Volwassenen worden daarbij vaak als hinderlijk beschouwd. Dat maakt het moeilijk voor hen om met een ouder of leraar te praten en toe te geven dat het niet goed gaat. Dikwijls zal een jongere met een depressie hulp weigeren. Initiatief van een ouder, leraar of andere vertrouwenspersoon is dan belangrijk. De jongere moet het gevoel hebben dat de omgeving wil luisteren, begrijpen en helpen, en te vertrouwen is. Dat kan door ruimte te bieden om te praten zonder een gesprek af te dwingen. Of door de jongere te stimuleren om met leeftijdgenoten, een mentor of andere vertrouwenspersoon te praten.

Tips voor de omgeving

  • Reageer niet boos op moeilijk gedrag, maar ga op zoek naar de oorzaken.
  • Help de jongere om structuur in de dag te brengen.
  • Beloon positief gedrag.
  • Stimuleer de jongere dingen te doen die hem of haar een actief en positief gevoel bezorgen, of dat nu bestaat uit gaan skaten of de eigen kamer opruimen.
  • Doe samen iets wat de jongere graag doet, zoals voetballen of shoppen.
  • Stimuleer de jongere om te bewegen, bijvoorbeeld door te sporten.
  • Voorkom dat de jongere zich isoleert, moedig sociale contacten aan
  • Help de jongere hulp zoeken als de klachten niet overgaan.

Informatie en hulp

Als de sombere stemming en/of het probleemgedrag al een aantal weken aanhouden en je je als ouder zorgen maakt, neem je best contact op met de huisarts of het CLB. Doe dit bij voorkeur samen met je zoon of dochter. Als leerkracht bespreek je best je indrukken met het CLB. Zij kunnen het probleem inschatten bij de jongere, en bepalen wie of wat de beste hulpverleningsinstantie kan zijn. 

De huisarts kan enkele keren met de jongere praten over diens klachten. Indien nodig zal hij of zij verwijzen naar meer gespecialiseerde hulp zoals een eerstelijnspsycholoog, een centrum voor geestelijke gezondheidszorg, of een vrij gevestigde psycholoog, psychotherapeut of kinder- en jeugdpsychiater.

Meer info over behandeling van depressie 
 

Informatie op andere websites

 

Bron: Depressie bij jongeren – Als de bui blijft hangen: Fonds Psychische Gezondheid, Amersfoort, april 2015

* Uit ‘dossier Depressie’ van Eos Wetenschap Psyche & Brein, nr 1. 2021

Onze partners

Terug